|
||||||||
|
Het valt wellicht te klasseren onder het lemma “mysteries”, ofwel volg ik de dingen niet goed genoeg op, maar mij is het een raadsel hoe het komt dat deze in Lissabon residerende diplomatendochter van Kaapverdische komaf niet veel en veel bekender is dan vandaag het geval is. Er zijn in haar loopbaan nochtans genoeg momenten en aanknopingspunten te vinden om haar naam even bekend te maken als die van haar grote voorbeeld Cesaria Evora, in wiens band overigens de opa van Nancy ooit actief was. Hoe dan ook, deze nieuwe plaat, haar zevende al ik dat goed bijhield, laat een zangeres horen, die ongetwijfeld op de top van haar kunnen staat en die evenveel refereert aan de jeugd van Nancy in Kaapverdië via de morna, als aan haar verblijf in haar huidige woonplaats middels de fado en die gelardeerd wordt met stukjes Brazilië -samba-, toefjes Amerika en hier en daar een snuifje Europese pop. Daartoe wordt een half leger aan componisten en gastmuzikanten en -zangers van stal gehaald, met als resultaat een ongewoon brede en meesterlijke plaat die, daar kan u vanop aan, heel vaak in de kijker zal lopen als er tegen het einde van dit jaar genomineerd moet worden voor allerlei lijsten en Awards. Zo is er in “Singa” een duet met rijzende ster Remna Schwarz en werd opener “Sol Di Nha Vida”, net als “Fidju Grande”, “Princesa” en “Dia Funcón” geschreven door succescomponist Mário Lúcio. Afsluiter “Dona Morna” werd dan weer bij de grote Téofilo Chantré gehaald en “”Fado Crioulo” is een duet met Antonio Zambujo, waarbij we ons een beetje afvragen waarom het de jongste tijd zo stil is rond deze man, maar dit terzijde. Co-producer Amélia Muge levert allerlei fraais aan, net als de groep Fogo Fogo die kwistig met vocale hoogstandjes strooit in “Ta Cundum Cundum”. Kortom, dit is een plaat, die haar titel alle eer aandoet/ Ze gaat over mensen en dus ook over ontmoetingen en culturen. Een terugblik door iemand die nog volop in het leven staat. Nancy Vieira is een erg straffe zangeres, die daarenboven de kunst der traagheid goed beheerst: ze neemt haar tijd om de dingen goed te doen en ze bezit het vermogen om zich te omringen met topmensen. Daar kan alleen maar verregaande schoonheid van komen en die is er op deze plaat in overvloed te horen. Begin de beluistering met de afsluitende drie nummers en herneem van van begin tot einde. En nog eens en nog eens, want dit soort plaat is “Gente”, eentje die je opnieuw en opnieuw wil horen en die je elke keer weer een klein uurtje heerlijk luisterplezier verschaft. (Dani Heyvaert)
|